Bij YMAA wordt geen moderne wushu getraind. Moderne wushu werd sinds 1949 onder impuls van de communistische Chinese regering ontwikkeld, is gericht op uiterlijk vertoon en is nauwelijks bruikbaar als zelfverdediging.

WITTE KRAANVOGEL

Baihequan of Witte Kraanvogel Vuist is een 'zacht-harde' stijl, wat wilt zeggen dat het een hard aspect heeft, maar ook een heel zacht aspect, waarvan de principes overeenkomen met Taijiquan. Afhankelijk van de situatie is het nodig hard of zacht te zijn. Witte Kraanvogel vecht op middellange en vooral korte afstand en gebruikt daarom veel handtechieken, qin na (gewrichtsklemmen) en takedowns (de tegenstander naar de grond brengen door hem te werpen of te vegen). Witte Kraanvogel gebruikt bijna uitsluitend lage trappen (meestal niet hoger dan het kruis). Wing Chun (Yongchun Quan), een stijl die heel populair is in Hong Kong, de Verenigde Staten en Duitsland, is ontstaan uit zuidelijke Witte Kraanvogel. Het kan daarom interessant zijn voor Wing Chun-beoefenaars om door het studeren van Baihequan terug naar hun roots te gaan. Zuidelijke Witte Kraanvogel heeft ook een heel sterke invloed gehad op de oorspronkelijke Karate-stijlen uit Okinawa, zoals Goju Ryu en Uechi Ryu. Deze invloed is zelfs vandaag nog duidelijk merkbaar in sommige stijlen. Ook voor karateka's kan het daarom interessant zijn om terug te gaan naar de bron door Witte Kraanvogel te studeren. Zo werd Dr. Yang reeds uitgenodigd om workshops te geven voor de International Okinawa Goju Ryu Karate Federation in Nederland. Ook Pascal Plée (6e dan karate) verwerkt invloeden van Baihequan in zijn karate. Hij is de zoon van Henry Plée (10e dan karate) die één van de pioneers van het karate in Frankrijk is. Pascal Plée studeerde ook bij dr. Yang Jwing-Ming en was zeer lang de vertegenwoordiger van YMAA in Frankrijk.

LANGE VUIST

Changquan of Lange Vuist is een wat vreemde naam. 'Vuist' staat in het Chinees voor 'vechten' en Lange Vuist betekent dus 'vechten op lange afstand'. In het Frans wordt het daarom 'het lange boksen' genoemd. Het is een hardere stijl en gebruikt dus meer spierkracht. Het is een stijl die op middellange en vooral lange afstand van de tegenstander werkt en is daarom gespecialiseerd in trappen en minder in handenwerk. De Changquan die we bij YMAA oefenen mag niet verward worden met de moderne variant van Changquan, een soort acrobatische gymnastiek, gecreëerd vanaf 1959, vaak te zien op demonstraties en competities en totaal onbruikbaar als zelfverdediging. Beide stijlen, Baihequan en Changquan, vullen elkaar dus heel goed aan. Je leert een zachte en een harde stijl en je leert op drie afstanden werken: lange, middellange en korte afstand. Korte afstand betekent dat je je tegenstander kan raken met je handen. Middellange afstand betekent dat je hem niet kan raken met je handen, maar wel met je benen. Op lange afstand, tenslotte, kan je je tegenstander niet raken en moet je de afstand overbruggen door verplaatsingstechnieken (stappen, springen, springende trappen, enz.).

YMAA Belgium

TAIJIQUAN

Oorspronkelijk was taijiquan een uiterst gesofistikeerde en efficiënte gevechtskunst en zelfverdedigingsmethode. Tegenwoordig wordt taijiquan echter bijna uitsluitend beoefend als relaxatie- en gezondheidsmethode, waarmee enkel het yin-aspect van taijiquan aan bod komen. Het yang-aspect (het martiale), wordt nauwelijks nog beoefend. YMAA vormt daarop een uitzondering met een heel uitgebreid en volledig trainingsprogramma. Wie taijiquan beoefent als gevechtskunst ondervindt bovendien automatisch ook het gezondheids- en relaxatieaspect. De training in martiale taijiquan komt immers volledig overeen met de training voor relaxatie en gezondheid, maar bijkomend werk je aan het martiale.

Taijiquan is eigenlijk kungfu. De 'quan' in taijiquan betekent immers 'vuist' of 'vechten'. Kungfu staat voor alle Chinese gevechtskunsten en daar hoort taijiquan even goed bij. Een van de manieren om de honderden Chinese kungfustijlen onder te verdelen is in zachte en harde, of interne en externe stijlen. Taiji is een zachte, interne kungfustijl. En eigenlijk is ook de naam 'kungfu' verkeerd: een heel vrije vertaling van 'kungfu' is 'vaardigheid' en dat betekent op zich natuurlijk niets. De correcte naam is 'wushu', maar ik gebruik liever de term 'kungfu' omdat die meer vertrouwd is in het Westen en ook omdat 'wushu' meer en meer in verband gebracht wordt met 'moderne wushu', in tegenstelling tot 'traditionele kungfu'. YMAA beoefent enkel traditionele stijlen.

Taijiquan is dus wel degelijk een gevechtskunst en je kan het echt wel gebruiken als zelfverdediging, maar dan moet je het wel in al zijn aspecten beoefenen en veel geduld hebben: het is eeuwenoud, uiterst verfijnd en diepgaand, en daardoor juist een lange en moeilijke weg. De 'vorm', het meest populaire en vaak enige aspect van taijiquan dat nog beoefend wordt, is weliswaar belangrijk, maar slechts een klein deel van de training. Taijiquan bestaat uit een evolutie in 4 stappen:

  1. de solovorm en martiale toepassingen van elke beweging ervan
  2. pushing hands(tweepersoonstraining) en martiale toepassingen ervan
  3. de gevechtsvorm (tweepersoonsvorm) en martiale toepassingen ervan
  4. vrij gevecht: gebaseerd op een combinatie van de vorige drie en volledig vrij

Taijiquan zie je bijna altijd traag uitgevoerd worden. Nochtans moeten deze vier aspecten niet alleen traag, maar ook heel snel en met krachtmanifestatie (fa jing) geoefend worden. Die krachtmanifestatie heeft echter niets met spierkracht of spanning te maken.

De taijiquan die binnen YMAA onderwezen wordt, heeft alles behouden wat nodig is om hem te kunnen gebruiken als gevechtskunst. Yang Jwing-Ming heeft het geluk gehad te kunnen studeren bij Gao Tao, een leraar die heel wat aandacht besteedde aan het martiale aspect van taijiquan.

Qua principes leunt taijiquan dicht aan bij het Japanse aikidō en hakkō-ryū jūjutsu: cirkelvormigheid, ontspannenheid, zachtheid en meegaan met de kracht van de tegenstander om ze zo te absorberen en te neutraliseren en ze vervolgens tegen de aanvaller zelf te gebruiken. De gevechtstechnieken in taijiquan worden ondersteund door het gebruik van interne energie, die we opwekken en vrijmaken door ontspanning en concentratie. Taijiquan werkt voornamelijk op heel korte afstand van de tegenstander, wat wilt zeggen dat men voortdurend contact met hem probeert te houden met de handen. Zodra men na het onderscheppen van een aanval contact heeft gemaakt, blijft men aan de tegenstander 'kleven' om zijn zwaartepunt te controleren en probeert men hem uit zijn evenwicht te brengen en een opening in de verdediging te vinden om aan te vallen. Als het geschikte moment wordt gevonden, kan men aanvallen met een slag, trap, qin na of shuai jiao.

  • qin na betekent de tegenstander onder controle houden door hem te immobiliseren met gewrichtsklemmen, maar ook aanvallen op drukpunten of het dichtduwen van slagaders of luchtpijp worden er soms bijgerekend.
  • gewrichtsklemmen betekent het te ver buigen of strekken van gewrichten met behulp van hefboomtechnieken, waardoor je zonder kracht extreme pijn kunt veroorzaken zonder blessures
  • shuai jiao of takedowns betekent de tegenstander uit zijn evenwicht brengen en doen vallen door hem te vegen, te werpen, te doen struikelen, enz.

Voor een zo efficiënt mogelijke zelfverdediging is het logisch dat je alle mogelijkheden benut die je lichaam je biedt. Als de ene techniek niet werkt, moet je onmiddellijk kunnen overschakelen naar een andere techniek. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld vrij ongevoelig voor gewrichtsklemmen en dan moet je onmiddellijk kunnen trappen, slaan of je tegenstander kunnen werpen. Daarom zijn de vier bovengenoemde categorieën technieken terug te vinden in alle Chinese gevechtskunsten, ook in taijiquan. Ze overlappen elkaar gedeeltelijk, ondersteunen elkaar en worden meestal gecombineerd toegepast.


Erik Elsemans is a senior student of Dr. Yang, Jwing-Ming, president and lead instructor of YMAA Belgium. He has been training with Dr. Yang for 14 years and has participated in all of the YMAA International camps held in Poland, Hungary, Portugal and France. He has also attended all the YMAA California training camps.